zaterdag 24 mei 2008

Burhanuddin Rabbani roept op tot gesprekken met Taliban

Een leider van het National Front van Afghanistan en leider van de Jamiat-e Islami Afghanistan, de voormalige president Burhanuddin Rabbani, heeft donderdag president Hamid Karzai opgeroepen om te gaan onderhandelen met de Taliban.

“Het National Front is voor onderhandelingen met de gewapende oppositie om een eind te maken aan de huidige veiligheidssituatie,” zo zei hij tijdens een samenkomst van zijn aanhangers.

Het Nationaal Front fungeert als een paraplu van verschillende oppositiepartijen. Rabbani leidt momenteel deze alliantie van oppositiepartijen, waarbinnen het leiderschap rouleert en zit tevens in het Afghaanse parlement.

Rabbani is de leider van de Jamiat-e Islami Afghanistan (Islamic Society of Afghanistan/ De Islamitische Vereniging Afghanistan) die deelneemt aan het NF.

Rabbani zei dat de Taliban hem een brief hadden gestuurd waarin ze hun bereidheid om te gaan praten toonden.

De voormalige president zei dat in de brief staat dat er een oplossing moet worden gevonden voor de problemen in Afghanistan via gesprekken naast respect voor internationale verdragen, conventies en het toelaten van meisjes op scholen.

Rabbani zei ook dat het Afghanistan National Front aan de volgende presidentsverkiezingen in 2009 deel gaat nemen en een gemeenschappelijke kandidaat zal kiezen.

Badakhshan
Rabbani werd in 1940 geboren in de noordoostelijke provincie Badakhshan. Hij behoort tot de Tadzjiekse bevolkingsgroep van Afghanistan.

Hij studeerde Islamitisch Recht en Theologie aan de universiteit van Kabul. Tijdens zijn studie schreef hij over de islam. Nadat hij in 1963 was afgestudeerd werd hij professor aan de Universiteit van Kabul.

In 1966 ging Rabbani om zich verder te specialiseren naar de beroemde Al-Azhar universiteit in het Egyptische Cairo. In twee jaar haalde hij daar de titel van master in de islamitische filosofie.

Jamiat-e Islami
Hij keerde in 1968 terug naar Afghanistan, waar de Hoge Raad van de Jamiat-e Islami hem de opdracht gaf om de studenten aan de universiteit samen te bundelen.

Vanwege zijn faam, zijn kennis en zijn actieve inzet voor de islam werd hij in 1972 door een raad die uit 15 leden bestond benoemd tot hoofd van de “Jamiat-e Islami of Afghanistan”, een partij die voornamelijk bestond uit etnische Tadzjieken en Oezbeken.

De oprichter van de Jamiat-e Islami van Afghanistan, Ghulam M. Niyazi, was ook bij de benoeming van Rabbani aanwezig.

Nadat de Sovjet-Unie in 1979 een invasie uitvoerden in het land steunde Rabbani de Jamiat-e Islami in het verzet tegen de bezetting.

De troepen van Rabbani waren de eerste mujaheddien die Kabul binnentrokken nadat de communisten van Najibullah waren verslagen.

Van 1992 tot 1996 was Rabbani president van Afghanistan totdat hij gedwongen was om Kabul te verlaten omdat de Taliban de stad onder controle hadden gekregen. Zijn regering werd door veel landen erkend, ook door de Verenigde Naties.

Na de machtsovername van de Taliban leidde hij het United Islamic Front for the Salvation of Afghanistan (UIFSA), het Verenigd Islamitisch Front voor de Redding van Afghanistan, een verbond van verschillende politieke groeperingen dat tegen de Taliban-regering streed.

Zijn partij de Jamiat-e Islami was de grootste groepering binnen de Noordelijke Alliantie die samenwerkte met de Verenigde Staten om de Taliban eind 2001 af te zetten.

Na de val van de Taliban was Burhanuddin Rabbani kortstondig president van 13 november 2001 tot 22 december 2001. Daarna werd hij opgevolgd door Hamid Karzai.

In 2005 werd hij tijdens de parlementsverkiezingen gekozen als parlementslid van Badakhshan.